Moonlight's poten kraakten onder de sneeuw, ze stapte stevig door terwijl een stevig windje waaide en haar vacht in de war bracht.
Moonlight ging zitten en zuchtte even, de wind waaide in haar gezicht en ze sloot haar ogen terwijl ze volledig op haar gehoor vertrouwde voor dat ene moment.
Traag opende Moonlight haar ogen, ze voelde enkele sneeuwvlokken neervallen op haar vacht.
'Ik moet een slaapplek gaan zoeken..' zei Moonlight die zich weer traag voortbewoog door de sneeuw die haar deels tegenhield.
Een sneeuwgrot was in de verte te zien, een sprint zou voldoende zijn om de grot te halen had moonlight zich ingeschat, één sprint en ze had een warme plek!
Ze spurtte door de sneeuw richting de grot maar er was niks dan een te grote steen, en haar verminderde zich door de sneeuw die nu neerviel en door de wind overal in het rond waaide.